DE POSTGESCHIEDENIS VAN ZWOLLE

English version

Postkantoren

In Zwolle was er tot de posterijen in Nederland nationaal werden verklaard geen centraal postkantoor. Er waren diverse kantoren gevestigd voor de eerder vermelde ritten, te vergelijken met “kopstations”, die onderling de brieven uitwisselden en zelfs deels dezelfde postmeesters hadden. De postkoetsen vertrokken vanuit diverse herbergen, zoals “De Witte Wan” (naar Amersfoort) en “De Zeven Provinciën” (naar Groningen). Deze laatste niet te verwarren met het logement “De Zeven Provinciën” aan de tegenwoordige Harm Smeengekade hoek Hoogstraat, vanwaar uit ook postkoetsen richting Katerveer zouden hebben vertrokken.

Logement "De Zeven Provinciën"

Op 16 mei 1795 kwam er een vredesverdrag tussen Frankrijk en de Bataafse Republiek. Bepaald werd dat er in de Bataafse Republiek 25.000 Franse militairen gelegerd werden. Zwolle werd een van de drie plaatsen (naast Middelburg en ’s-Gravenhage)  waar een stafkwartier van een divisie was gevestigd. Dat betekende een centrale rol voor de Franse veldpost.

In januari 1799 werden alle postactiviteiten nationaal verklaard. Daarna moest het nog uitgewerkt worden. Pas in 1803 werden opbrengsten en kosten centraal verantwoord in de Bataafse Republiek en werd het nationale postbestuur benoemd, onder leiding van Mr J.G.H. Hahn.
Het land werd in zeven departementen verdeeld. Tot commissaris der Bataafse Posterijen in het zevende departement (Overijssel, Groningen en Friesland) werd Mr A.H. Cramer te Zwolle benoemd.
Bij deze nationalisatie kregen vele steden en postmeesters in verband met de opheffing van hun diensten een schadevergoeding ter grote van de opbrengst van hun postkantoor tussen 15 januari 1799 en 1 januari 1803.

De drie bestaande postkantoren in Zwolle werden dus in 1803 opgeheven. In de plaats kwam een algemeen postkantoor, gesitueerd aan de Blijmarkt.
Pieter van Hoboken kreeg in verband hiermee ingaande 1 januari 1803 een schadevergoeding van ƒ 1.000 per jaar, mits hij de posterijen behoorlijk bleef waarnemen. De commissie wilde hem op het nieuwe algemeen postkantoor aan de Blijmarkt plaatsen. Hij werd echter in 1807 op zijn verzoek ontslagen als postmeester van Zwolle, waarbij de jaarlijkse schadevergoeding werd verminderd tot ƒ 700.

In verband met de opheffing van het Haagse postkantoor kreeg Zwolle een schadevergoeding van ƒ 3.218, jaarlijks te verminderen met ƒ 128.

Het Hamburgse postkantoor te Zwolle vond men een “aankleving” van de Hollandse rit tussen Amersfoort en Lingen. Het posthouderschap was volgens het contract opzegbaar. Bij de nationalisatie van 1799 werd derhalve voor de opheffing van dit kantoor geen schadevergoeding verleend.

Het nieuwe algemene postkantoor werd in 1803 ingesteld als hoofdpostkantoor met als onderkantoor Kampen en als bijkantoren Assen, Hasselt, Heerenveen, Meppel, Smilde, Sneek, Steenwijk en Zwartsluis.Mr W. Queysen

In december 1807 werd de 53-jarige Zwolse advocaat en patriot Mr W. Queysen voor een jaar directeur-generaal der posterijen van het Koninkrijk Holland.

Bij de eerste wettelijke regeling van ons nationaal postwezen, de Postwet van 1807, werden uniforme posttarieven vastgesteld, berekend naar afstand en gewicht.

In 1808 werd het aantal arrondissementen verminderd tot vijf. Later werden het er weer zes. Zwolle viel in het vijfde arrondissement. Zwolle, Deventer, Leeuwarden en Groningen kregen kantoren der eerste klasse. De eerder genoemde Cramer werd benoemd tot inspecteur van het vijfde arrondissement. In 1809 werd hij lid van het Wetgevend Lichaam. Derhalve mocht hij van de Koning een adjunct-inspecteur aanstellen. Dit werd in april 1810 Mr R.S. van der Gronden, zoon van de burgemeester van Zwolle.

Op 28 september 1809 wordt de paardenposterij binnen de grenzen van ons Koninkrijk opgericht (decreet 28-09-1809, nr 10 en KB 22-2-1810, nr 2) waarmee de post van Amsterdam naar diverse bestemmingen kon worden vervoerd. In Zwolle werd een posthuis gestationeerd voor de postroute van Amsterdam naar Groningen en Oost-Friesland voor de postroute van Almelo naar Zwolle.

Op 9 juli 1810 werd het Koninkrijk Holland ingelijfd bij het Franse Keizerrijk. Het gebied werd verdeeld in Franse departementen. Zwolle werd de hoofdstad van het op 1 januari 1811 opgerichte 120ste departement van Frankrijk, “Bouches de l´Issel” (Monding van de IJssel). Préfet waren Piet Hofstede (13 december 1810 tot en met 12 maart 1813) en Karel Gerard Hultmann (13 maart 1813-1814). Het postbestuur werd geheel door Fransen vervangen. Vanaf 1 april 1811 werden de Franse postwetten en tarieven van toepassing.

Deel van een kaart van het Keizerrijk Frankrijk uit 1810 met de Nederlandse "départements conquis",
waaronder het 120ste departement "Bouches de l'Yssel" met als hoofdstad Zwolle.

Na het vertrek van de Fransen wordt Zwolle op 1 maart 1814 provisorisch “Noordsch grenskantoor” voor de correspondentie van en naar Bremen met alle Nederlandse postkantoren, behalve die in Twente, daarvoor was Almelo Noords grenskantoor. Zie Circulaire 14 van 28-2-1814. Vanaf 20 mei 1814 is het voor de post van en naar Hannover.
Al op 20 augustus 1814 wordt dit “Noordsch grenskantoor” echter provisorisch verplaatst naar Deventer.

Het postkantoor was tot eind april 1815 gevestigd in de Bitterstraat. Op 29 april 1815 is het tijdelijk in de Kromme Jak.

Advertenties in de Overijsselsche Courant, 28-4-1815.

 

Daarna verhuisde men naar de Blijmarkt, tot het plaats moest maken voor de uitbreiding van stadsschouwburg Odeon. Het postkantoor werd in 1874 verplaatst naar Melkmarkt 39, naast het huidige Stedelijk Museum Zwolle.

 

Het postkantoor vanaf 1910 aan de Nieuwe Markt

In 1910 verhuisde men naar de Nieuwe Markt 1. Dit kantoor was naar een ontwerp van bouwmeester C.H. Peters. In 1930 werd de vestiging Nieuwe Markt gedegradeerd tot hulppostkantoor. Het hoofdpostkantoor was nu bij het station.

Het pand aan de Melkmarkt werd in de zestiger jaren afgebroken om plaats te maken voor uitbreiding van het Stedelijk Museum Zwolle.

Op 29 juni 2009 werd het postkantoor in Zwolle gesloten.

Aan de Westerlaan 5 was ook een postkantoor bij het station gevestigd. Half december 1834 werd het nieuwe stations-postkantoor aan de Westerlaan in gebruik genomen. De telefonie afdeling ging in 1935 naar de Parkstraat waar een nieuwe, geautomatiseerde telefooncentrale kwam.
Later verrees daar een districtspostkantoor aan de Westerlaan die veel taken van de vestiging Nieuwe Markt overnam.


Laatst bijgewerkt op 15.09.2023 10:22 uur.

Copyright © 2019 - G.L. van Welie FRPSL
Secretaris van de Nederlandse Academie voor Filatelie
Representative of the Royal Philatelic Society London for the Netherlands

Niets uit deze website mag worden gekopieerd, verspreid en/of gepubliceerd zonder schriftelijke toestemming van de auteur.

Heeft u aanvullingen of opmerkingen?

home